Prent van Kitagawa Utamaro (1753?-1806) uit Momochidori: kyōka-awase (百千鳥狂歌合) uit 1791.
Links op deze prent staat de Japanse roodborst (Erithacus akahige), Japans komadori 駒鳥.
Het gedicht bij deze vogel is van Fumoto no Chikamichi (麓近道).
こまどりの 名のみこまなる 思ひかな 恋の重荷を やるせなき身 | komadori no na nomi koma naru omoi kana koi no omoni o yarusenaki mi | De ‘paardenvogel’ – zijn naam maakt hem tot lastdier! Hij lijkt op mij, want zijn rug kan het gewicht van alle liefde niet torsen. |
De letterlijke betekenis van komadori ‘paardvogel’ komt van de overeenkomst tussen zijn geluid en het gehinnik van een paard. De dichter maakt een woordspeling op de naam van de vogel door zijn verdriet uit te drukken over het feit dat hij een onbeantwoorde liefde moet dragen.
Rechts op de prent staat de Japanse koolmees (Parus minor), Japans shijūkara 四十雀.
Het gedicht bij deze vogel is van Takara no Atsumaru (宝野敦丸).
四十からと 君に見えてや いただきの 色にはちよと つらき御返事 | shijūkara to kimi ni miete ya itadaki no iro ni wa chiyoto tsuraki gohenji | Laten mijn rimpels je denken aan een mees van over de veertig? Dat jij mijn voorstel afwees, kwam heel hard bij mij aan, hoor! |
De woordspeling in dit gedicht gaat in de vertaling helaas verloren. De dichter speelt met de letterlijke betekenis van shijūkara ‘mees van veertig’ en/of ‘over de veertig’ en suggereert dat een jongere vrouw hem heeft afgewezen, omdat hij te oud zou zijn. Veertig was al een gevorderde leeftijd in het Japan van de achttiende eeuw, toen de gemiddelde levensverwachting vijftig was. Iro is een spilwoord, eerst als deel van itadaki no iro ‘kleur van mijn hoofd’ (waarschijnlijk grijs) en vervolgens als iro ‘liefdesrelatie’.
Terug naar de pagina “Koor van vogels”.
Terug naar de overzichtspagina van de 15 kaarten.
Vertaling van de gedichten © Steven Hagers.