Kaart 13 van “Koor van vogels”

Prent van Kitagawa Utamaro (1753?-1806) uit Momochidori: kyōka-awase (百千鳥狂歌合) uit 1791.

Links op deze prent staat de oeraluil (Strix uralensis), Japans fukurō 鴟鶉.
Het gedicht bij deze vogel is van Shingoken Mirin (寐語軒美憐).

ふくろうの
めはもちながら
いかなれば
よるはくれども
ひるみえぬ君
fukurō no
me wa mochi nagara
ikanareba
yoru wa kuredomo
hiru mienu kimi
Liefde is blind, toch?
Maar heb je soms de ogen
van een uil, dat je
me alleen ’s nachts bezoekt en
ik je overdag niet zie?

Fukurō is de generieke naam voor uilen zonder oren en voor de oeraluil in het bijzonder. De lettergreep me dient als spilwoord om twee uitdrukkingen met elkaar te verbinden: fukurō no me ‘ogen van een uil’ en me wa mochi ‘in knop (van liefde) staan’.

Rechts op de prent staat de Vlaamse gaai (Garrulus glandarius), Japans kashidori 樫鳥, moderne naam: kakesu. (In het Nederlands heet deze vogel tegenwoordig officieel simpel gaai, zonder “Vlaamse”, maar ik ben te veel gewend en gehecht aan de oude naam, om hem te laten vallen.)
Het gedicht bij deze vogel is van Ōya no Urazumi (大家裏住) (1734-1810), een belangrijke kyōka-dichter gedurende de Tenmei-periode, het hoogtepunt van deze poëzievorm.

かし鳥の
つたなき声か
くどけども
なけども君の
耳にとめぬは
kashidori no
tsutanaki koe ka
kudokedomo
nakedomo kimi no
mimi ni tomenu wa
Met lomp gekras van
een gaai trek ik je aandacht –
mijn hart schreeuwt om je!
Geheel verspild is mijn klacht
aan jouw dovemansoren.

Kashidori betekent letterlijk ‘vogel van de Japanse witte eik (Quercus myrsinaefolia)’ wat verwijst naar het voorkeursvoedsel en de habitat van de Vlaamse gaai. De Vlaamse gaai imiteert de roep van andere vogels, daarom suggereert de dichter dat zijn roep vaak overkomt als onelegant.

Terug naar de pagina “Koor van vogels”.
Terug naar de overzichtspagina van de 15 kaarten.
Vertaling van de gedichten © Steven Hagers.