Prent van Kitagawa Utamaro (1753?-1806) uit Momochidori: kyōka-awase (百千鳥狂歌合) uit 1791.
Links op deze prent staat de buffelkopklauwier (Lanius bucephalus), Japans mozu 百舌.
Het gedicht bij deze vogel is van Hyakki Sai (百喜齋).
ひからびし 思ひは百舌の 草ぐきの つつかけものに なるぞくやしき | hikarabishi omoi wa mozu no kusaguki no tsukkakemono ni naru zo kuyashiki | Hoe teleurstellend! Mijn liefde droogt langzaam op – anders is het niet. Ik ben slechts een prooi, gespietst door de klauwier in het gras. |
Het gedicht zinspeelt rechtstreeks op de gewoonte van de klauwierachtigen om hun prooi te spietsen op een scherpe doorn in afwachting van hem op te eten. Deze gewoonte is de oorsprong van het gezegde mozu wa hayanie o tsukuru ‘de klauwier doet een vroege offerande’. Ook citeert de dichter een zinsnede uit de Man’yōshū, een gedichtenverzameling uit de achtste eeuw: mozu no kusaguki ‘de klauwier kruipend in het gras’, die verwijst naar het feit dat klauwieren in de lente naar de heuvels migreren en zelden gezien worden in het gras op de vlaktes.
Rechts op de prent staat de havik (Accipiter gentilis), Japans taka 鷹, moderne naam ōtaka. Taka is een generieke term die doorgaans verwijst naar een kleine of middelgrote roofvogel en meer in het bijzonder de echte havikken.
Het gedicht bij deze vogel is van Akamatsu Kinkei (赤松金鶏) (1767-1809).
鷹ならば うき名の外に ぱつとたつ 小鳥もをのが ゑにしなるべき | taka naraba ukina no hoka ni patto tatsu kotori mo ono ga e ni shi narubeki | Een havik lijk ik – geruchten verspreiden zich als bange vogels die zich weghaasten voor mij – vanwege liefde jaag ik. |
De dichter stelt zich voor dat hij een machtige havik is die kleine vogels (jonge vrouwen) aanvalt. Patto beschrijft enerzijds het plotselinge opvliegen van een zwerm vogels en anderzijds het snelle verspreiden van geruchten. In de laatste regel is e een spilwoord, eerst in de betekenis ‘voedsel’ of ‘prooi’ en vervolgens als deel van eni als alternatieve uitspraak van en ‘lot’, ‘huwelijk’ of ‘liefdesrelatie’.
Terug naar de pagina “Koor van vogels”.
Terug naar de overzichtspagina van de 15 kaarten.
Vertaling van de gedichten © Steven Hagers.