Prent van Kitagawa Utamaro (1753?-1806) uit Momochidori: kyōka-awase (百千鳥狂歌合) uit 1791.
Links op deze prent staat de groene fazant (Phasianus versicolor), Japans kiji 雉子.
Het gedicht bij deze vogel is van Kiri no Hitoha (桐一葉). De naam betekent “een Paulowniablad” en is een verwijzing naar de herfst.
あふときは けんもほろゝな 返事して いひ出ん事の はねもすぼめり | au toki wa ken mo hororo na henji shite iiden koto no hane mo subomeri | Ik ontmoette je pas – toen kraaide jij je antwoord net als een fazant. Maar nu, als ik je iets zeg, vouw jij gewoon je vleugels. |
Volgens de Japanners kraait de fazant een melodieus horohoro. De dichter zegt dat zijn geliefde niet langer antwoordt op zijn verliefde woorden. Ha is een spilwoord, eerst als deel van koto no ha ‘gesproken woorden’ en vervolgens als deel van hane mo subomeri ‘de vleugels vouwen’, waarmee hij suggereert dat ze niet meer wil stoeien met haar minnaar.
Rechts op de prent staat de boerenzwaluw (Hirundo rustica), tsubame 燕.
Het gedicht bij deze vogel is van Sakazuki no Komendo (酒月米人)
つばめにも 身をかへてまし 下紐を ときはにながく ねんと思へば | tsubame ni mo mi o kaetemashi shitahimo o tokiwa ni nagaku nen to omoeba | Een zwaluw wil ik worden, mij ook voor eeuwig verliezen kunnen in mijn liefde voor jou, wier gordel ik heb losgemaakt. |
De naam voor de zwaluw, tsubame, is ook een woord voor een jonge knappe gigolo. Waarschijnlijk had de dichter deze associatie in gedachte toen hij dichtte dat hij een zwaluw wilde worden. Toki is een spilwoord, eerst in de term shitahimo o toki ‘een gordel losmaken (als voorspel op het bedrijven van de liefde)’ en vervolgens als deel van tokiwa ‘eeuwigheid’.
Terug naar de pagina “Koor van vogels”.
Terug naar de overzichtspagina van de 15 kaarten.
Vertaling van de gedichten © Steven Hagers.