Het was in december van het jaar 1965 of ’66. Ik weet het niet meer precies, want het is al lang geleden. Alle leerlingen van mijn lagere school hadden zich verzameld in de gymzaal om daar het feestelijke bezoek van Sinterklaas te vieren. Vol verwachting kloppende hartjes alom natuurlijk. Ook van mij; ik geloofde nog. Maar mijn vertrouwen in de goedheiligman werd wel danig op de proef gesteld die dag.
Meerdere kinderen waren dat jaar ondeugend geweest en verdienden een oneervolle vermelding. Dat werd allemaal uit het grote boek voorgelezen. En naïeve ik hoopte maar steeds dat ik daar niet bij zou zijn. Terwijl ik beter zou moeten weten; ik was juist veel te braaf.
Eén jongetje uit een hogere klas had het blijkbaar zo bont gemaakt, dat hij apart naar voren werd geroepen. Toen hij zich niet meteen berouwvol bij Sinterklaas kwam melden, stuurde deze vertoornd zijn Pieten erop af. Na wat in mijn kinderogen een ware klopjacht was, werd hij sidderend voor de genadeloze Sint gebracht. Daar werden zijn zonden breed uitgemeten en hem zijn straf toebedeeld: mee in de zak naar Spanje.
De straf werd stante pede ten uitvoer gelegd. De Zwarte Piet die het jongetje voor de Sint bracht en al die tijd vastgehouden had, pakte zijn juten zak. Die trok hij over het hoofd van het slachtoffer. Het jongetje raakte nu volledig in paniek, maar genadeloos werd hij met zak en al over de schouder van de Piet geworpen en krijsend en trappelend de gymzaal uitgebracht. Meer herinner ik me er niet van.
Dit voorbeeld toont aan hoezeer de traditie in nog geen vijftig jaar volledig veranderd is. Sinterklaas is geen boeman meer, maar een ware kindervriend, en zijn Zwarte Pieten ook. Van geen van hen heeft een hedendaags kind nog iets te vrezen. Als nu iemand – ook al is hij verkleed als Zwarte Piet – het zou wagen een kind in een juten zak te stoppen onder de dreiging van hem mee naar Spanje te nemen, dan zou die op zijn minst worden aangeklaagd. Nee, zo gaan wij niet meer met onze tere kinderzieltjes om. En terecht.
Daarom verbaast het me des te meer hoe volstrekt neurotisch er de afgelopen dagen is gereageerd in het zwartepietendebat. Niet alleen in de reaguurdersspelonken wordt allerhande vuil gespuid. Nee, ook volstrekt ‘normale’ mensen roepen met hun naam breed uitgemeten op Twitter dat als ‘die negers het er niet mee eens zijn, ze maar naar hun apenland moeten terugkeren’. ‘VAN ONZE TRADITIES BLIJVEN JULLIE AF’ is steevast de boodschap.
Een ander wat onschuldiger voorbeeld. In mijn tijd was het paard van Sinterklaas gewoon een paard. Een wit paard, dat wel, maar tegenwoordig schijnt dat dier opeens Amerigo te heten. Niet zomaar ‘vanaf nu’, nee, zo heette het ‘altijd al’. En nog eentje, weer wat minder onschuldig. De hoofdpiet in mijn tijd was blank en deze heette dan ook de Witte Piet. Hij had een bril en kon lezen en was over het algemeen wat minder dom dan de andere pieten. De verholen boodschap was: die domme zwarte pieten hebben toch altijd nog de leiding nodig van een blanke.
De tradities rond Sinterklaas veranderen dus en niemand schijnt daar heel erg veel om te geven. Het gebeurt stilzwijgend en het is nooit een halszaak. Sterker nog: in sommige gevallen is het noodzakelijk of zelfs dringend gewenst.
Intussen is de figuur van Zwarte Piet heel wat menselijker geworden dan hij voorheen was. Je kunt zeggen dat hij met zijn tijd is meegegroeid. Maar hij is weer aan een update toe. De maatschappij is net even iets meer veranderd dan Zwarte Piet. Er leven in Nederland nu veel meer Nederlanders met een andere huidskleur dan in de jaren 60 of 70. Het is begrijpelijk dat er daaronder een heleboel zijn die Zwarte Piet als kwetsend ervaren, als niet meer van deze tijd.
Want laten we eerlijk zijn: Zwarte Piet ís de karikatuur van een negerslaaf. Hij is bovendien bedacht in een tijd dat de slavernij in het Koninkrijk der Nederlanden nog niet was afgeschaft, in 1850 of ’51, meen ik. Het argument dat Zwarte Piet zwart zou zijn van het roet uit de schoorstenen waardoor hij klimt, is echte lulkoek. Waarom zijn zijn kleren dan niet vies en waarom heeft hij grote rode lippen en zwart kroeshaar? Dan zou het logischer zijn geweest hem het uiterlijk van een negentiende eeuwse schoorsteenveger te geven.
Zwarte Piet als hij werkelijk door de schoorsteen zou komen
Nu er in alle redelijkheid voorgesteld wordt iets aan dit oude beeld van de zwarte knecht van Sinterklaas te doen, is het huis, nee, het hele land opeens te klein. ‘Zij durven aan onze traditie te komen.’ Die ‘zij’ zijn de zwarte en gekleurde Nederlanders die dan maar meteen ‘terug moeten’. Naar waar? Het zijn Nederlanders. En welke traditie? Niet die van Sinterklaas, want niemand stelt voor die af te schaffen. Zelfs zijn knechten hoeven niet afgeschaft. Er wordt alleen gevraagd hun kleur aan te passen.
Het is ook geen aloude en onveranderlijke traditie die voor het eerst in ruim 150 jaar zou moeten worden aangepast. Uit de voorbeelden hierboven blijkt al zonneklaar dat die traditie niet zo vormgetrouw is als wel wordt beweerd. Sinterklaas heeft al talloze malen met de veranderende maatschappij meebewogen. Dat geldt trouwens voor alle ‘aloude’ tradities, lees de volkskundige J.J. Voskuil er maar op na in Het Bureau. Het staat ergens in een van de zeven delen, zeer de moeite waard.
Wat is er dan op tegen om Zwarte Piet zijn kleur te ontnemen? Van Zwarte Piet dus Piet te maken, niet meer dan dat? De mooie pakjes mogen ze houden en dollen en gek doen mogen ze ook, maar de schmink en pruiken blijven voortaan thuis. Wie, die niet geheel gespeend is van realiteitszin, zou het daar niet mee eens kunnen zijn?
Deze column is ook te lezen op Frontaal Naakt