Journalisten kampen – net als alle schrijvers trouwens – regelmatig met het probleem dat ze origineel willen zijn. Of van zichzelf misschien wel moeten zijn. Daarom zijn steeds terugkerende patronen erg lastig in een tekst. Vooral de journalistieke weergave van een gesprek of interview is een tekstsoort waarin terugkerende patronen op de loer liggen. Ik bedoel dan niet de “letterlijke” weergave van zo’n gesprek. Daarin staat de journalistieke vraag keurig afgebakend van het antwoord van de geïnterviewde, maar juist de tekst waarin de antwoorden gemengd zijn door de lopende tekst. Hoe meer citaten hij gebruikt, hoe lastiger het wordt voor de journalist.
Hem staan verschillende stijlmiddelen ten dienste om dit probleem het hoofd te bieden. Het meest normale en neutrale is het gebruik van het woord ‘zeggen’. Een ander veelgebruikt woord is ‘vertellen’, maar dat heeft al gauw een connotatie met verhalen vertellen, zeker als je het te veel gebruikt. Daarmee lijkt het spectrum al haast uitgeput. De journalist kan nog zijn toevlucht nemen tot ‘mededelen’, maar ook dat kan verkeerde associaties oproepen.
Ergens in de twintigste eeuw is er een journalist geweest die zijn creativiteit de vrije hand heeft gegund en met ‘weten’ als synoniem voor ‘zeggen’ op de proppen is gekomen. Dat heeft nogal wat navolging gekregen en te pas en te onpas zie je dit ‘weten’ in journalistieke teksten opduiken.
U begrijpt het al: mij kan dit gebruik van het woord ‘weten’ niet bekoren. Ik vind het zo pedanterig staan. Bovendien, wat maakt het mij uit of die geïnterviewde dat weet, ik ben er hooguit in geïnteresseerd dat hij het mij zegt of vertelt. Ik begrijp dan ook niets van die schijnbaar onweerstaanbare dwang om steeds maar weer origineel te willen zijn. Soms kan dat gewoon niet, dan is het aantal bruikbare synoniemen nu eenmaal te beperkt. En een tekst kan ook met een minimale variatie boeien, vind ik. Uiteraard hangt dat ook af van de inhoud. Laat een journalist zich dan ook daarop richten, wil ik aanraden.
En daarbij in dit stukje staan een hele hoop vaste uitdrukkingen, zinswendingen en stijlfiguren die best wel eens als clichématig aangeduid zouden kunnen worden, maar heeft het u gehinderd? Laat het me weten.
“1 + 1 = 2”, weet Alfred Einstein.
(Eerder geplaatst op mijn oude weblog op 8 april 2011.)